Column: 'Schoolreisjes behoren tot ons immaterieel erfgoed!'

Culemborg, 7 januari 2016


'Ook schoolreisjes behoren tot ons immaterieel erfgoed!'


Nederland heeft in 2012 het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed ondertekend. Daarmee werd immaterieel erfgoed een officiële tak van erfgoed. Zo behoren schoolreisjes ook tot het immaterieel erfgoed in Nederland.

Onder immaterieel erfgoed verstaan wij de tradities die van generatie op generatie worden doorgegeven. Je neemt tradities over van je ouders en grootouders en geeft ze op jouw beurt door aan je kinderen en kleinkinderen. Immaterieel erfgoed wordt ook weleens levend erfgoed genoemd. Het zit in de harten van mensen en die kunnen hun erfgoed alleen beschermen door de liefde ervoor door te geven aan de volgende generatie. Het is ook dynamisch erfgoed, want niemand neemt een traditie klakkeloos over van zijn ouders en verandert er niets aan. Immaterieel erfgoed wordt door iedere generatie aangepast aan de tijd. Zo gaat het ook met schoolreisjes. Mensen geven hun liefde en herinneringen eraan door aan de volgende generatie en met elke generatie verandert er ook wat aan de schoolreisjes. © De bovenstaande foto komt uit de collectie van het Nationaal Onderwijsmuseum.

Liefdevolle herinneringen
Schoolreisjes maken een onuitwisbare indruk. Als ik oude mensen interview over hun jeugd, dan weten zij zich altijd hun eerste schoolreisje te herinneren. En als je doorvraagt, blijken ze zich er nog veel van te herinneren ook, zoals waar ze naartoe gingen, wat er gegeten en gedronken werd en vooral hoe spannend het was. Zelf kan ik me mijn eerste schoolreisje ook nog goed voor de geest halen. Ik moet nog erg jong zijn geweest en in de eerste of tweede klas hebben gezeten. Wij gingen met de bus naar een groot veld waar allerlei spelletjes werden gedaan. Onze moeders zwaaiden ons uit en toen wij met de bus terugkwamen, stonden ze ons allemaal op te wachten. Dat was best een emotioneel weerzien, want we hadden zoveel indrukken opgedaan en zaten zo vol verhalen, dat we het gevoel hadden dat wij heel lang weg waren geweest. Toen ik later opzocht waar wij met de bus naar toe waren gegaan, bleek dat niet meer dan drie kilometer van huis te zijn geweest. Schoolreisjes van nu gaan verder weg en als kinderen wat ouder zijn, behoren ook meerdaagse schoolreisjes naar het buitenland tot de mogelijkheden.

Korting op snoep schoolreis 1931
In de jaren twintig en dertig ging het er wat eenvoudiger aan toe. Jans Reuvers, uit het Drentse dorpje Erica, herinnert zich een schoolreisje uit 1931, dat zich beperkte tot een fietstochtje naar Emmen: ‘Daar werden de Oudheidkamer, het hunebed en Haantjebak (zandverstuiving) bezocht. Snoepgoed was volop aanwezig, want de meester had in Emmen bij de winkel van De Gruyter een paar kilo toffees gekocht. Hij kreeg zelfs twintig procent korting omdat hij zo’n grote hoeveelheid moest hebben.’

Een schoolreisavontuur uit 1927
Toch waren er ook toen al schoolreisjes die wat verder gingen dan de naaste omgeving. In een berichtje in de Utrechtse krant Het Centrum van 7 september 1927, haalde het jongetje Kees Blaas uit de Vossegatschedijk 208 in Utrecht, herinneringen op aan een schoolreisje naar Arnhem: ‘Op vrijdagmorgen, half acht, moesten alle leerlingen zich verzamelen op het station in Utrecht. Tijdens de treinreis naar Arnhem reikten de onderwijzers zo nu en dan versnaperingen uit. In Arnhem zelf maakten de leerlingen een boottochtje over de Rijn onder deskundige begeleiding van een gids die hun alles vertelde over de sleepboten en de motorboten die ze zagen. Bij een uitspanning aan de Rijn aten ze hun meegebrachte boterhammen op en dronken een glas melk. Er was daar een speeltuin met zweefmolens, wippen en rekstokken. Even later werd ook het Kasteel Doorwerth bezocht en werd uitvoerig verteld over de geschiedenis van dit kasteel. Schoolreisjes waren echter niet in de eerste plaats bedoeld als leerzaam. Het ging er slechts om ‘de kinderen een prettige dag te bezorgen’. Daarin paste uiteraard ook een bezoek aan De Bedriegertjes, destijds een begrip in heel Nederland. Kees Blaas herinnerde zich dat zelfs zijn onderkleren kletsnat waren geworden.

Vele reisbestemmingen
Arnhem was slechts een van de vele reisbestemmingen. Ook de dierentuin was een favoriete schoolreisbestemming. Dik Trom, in het boek Dik Trom en zijn dorpsgenoten, mocht met zijn hele klas een tripje naar Wijk aan Zee maken. En wat te denken van de nieuwe luchthaven Schiphol? Het Leeuwarder Auto Bedrijf organiseerde begin jaren twintig schoolreisjes die aanvankelijk niet verder gingen dan Appelscha of Paterswolde, maar enkele jaren later al ging men ook zo ver als ‘het vliegterrein Schiphol’. Het was dan wel vroeg opstaan voor de kinderen, die al om vijf uur in de bus moesten zitten (er was nog geen Afsluitdijk) en pas ’s avonds laat om elf uur weer thuiskwamen.

Avontuur, ook voor arme kinderen
Een schoolreisje was een avontuur, ook voor arme kinderen! De kosten werden, ook toen al, gedragen door de ouders. Het was dan ook het hele jaar sparen voor de kinderen. Ook de kinderen van wie de ouders geen geld hadden, mochten mee. De ouders die het wat breder hadden, zoals de ouders van Dik Trom, betaalden gewoon wat extra. Zoals Kieviet het beschrijft: ‘Dik gaf elke week vijf centen, zodat op zijn kosten een arm kind mee mocht. Dat vond Dik een prettig idee.’

Fonds voor schoolreisjes
In sommige grote steden ijverden de onderwijsbonden voor een speciaal fonds voor schoolreisjes, juist om de arme kinderen ook aan hun trekken te laten komen. Ook werden de schoolreisjes, die verder geen pedagogische strekking hadden, wel eens gesubsidieerd door de gemeente, met als bedoeling een dagje uit voor de kinderen. Schoolreisjes waren dus in het begin van de twintigste eeuw al een onderdeel van het schoolbestaan. Eens per jaar, aan het eind van het schooljaar of juist aan het begin, werd een tripje georganiseerd om de kinderen er eens helemaal uit te laten zijn. De technische mogelijkheden waren er, de ouders kregen wat meer financiële armslag en er waren genoeg particuliere automobielbedrijven die met een breed assortiment aan bussen graag op de nieuwe trend wilden inspelen, zoals het Leeuwarder Auto Bedrijf, dat beschikte over bussen met een capaciteit van tussen de 15 en 50 personen.

Immaterieel erfgoed
Tot in onze tijd is het schoolreisje een onvergetelijk dagje uit gebleven. Als ik het Nationaal Schoolreis Magazine doorblader, dan zijn de mogelijkheden veel uitgebreider dan vroeger. Maar nog steeds streven scholen ernaar om amusement en educatie te koppelen. Schoolreisjes behoren tot ons immaterieel erfgoed. Het zijn levende tradities met een historische wortel. De liefde wordt van generatie op generatie doorgegeven. Het is ook dynamisch erfgoed, want de schoolreisjes gaan met hun tijd mee.

Een ding is hetzelfde gebleven: het avontuur om met de hele klas op stap te gaan. Zo heeft iedere generatie onuitwisbare herinneringen aan zijn schoolreisjes. En het lezen van het Nationaal Schoolreis Magazine begint ook al immaterieel erfgoed te worden. Immers, al 25 jaargangen wordt een traditie doorgegeven van generatie op generatie. De leerlingen van toen zijn de leerkrachten van nu. Allemaal genieten ze van de schoolreisjes uit het magazine. Van harte gefeliciteerd!

Ineke Strouken,
Directeur van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed
 

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van aanbiedingen, speciale acties en schoolreisnieuws!